Achtergrond van de warmtepompsubsidie
Sinds 2016 kunnen huiseigenaren subsidie aanvragen bij de installatie van een warmtepomp ter vervanging van hun cv-ketel. Tussen 2016 en 2022 is er bijna een half miljard euro aan subsidie toegekend voor deze verduurzamingsmaatregelen. Ongeveer de helft van dit bedrag ging naar particulieren, die meer dan 100.000 warmtepompen installeerden en gemiddeld ruim € 2.300,- aan subsidie ontvingen.
Ongelijke serdeling van warmtepompsubsidie
Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat tweederde van de gesubsidieerde warmtepompen werd geïnstalleerd in woningen met een oppervlak van minstens 150 vierkante meter. Het grootste aantal warmtepompen kwam terecht in relatief nieuwe huizen, gebouwd na 2012.
Huishoudens met een jaarinkomen van minstens € 100.000,- maken vijf keer zoveel gebruik van de ISDE-subsidie als woningeigenaren die minder dan € 25.000,- per jaar verdienen. Dit verschil kan worden verklaard doordat de aanschaf van een warmtepomp volledig moet worden voorgefinancierd, waarna een deel van de kosten wordt vergoed via de subsidieregeling. De vraag is of de warmtepomp zelfs met subsidie voor iedereen betaalbaar is.
Vraagtekens bij doeltreffendheid
De Algemene Rekenkamer plaatst ook vraagtekens bij de effectiviteit van de subsidie. Mogelijk zouden veel warmtepompen ook zonder subsidie zijn geïnstalleerd, wat wijst op het fenomeen van "meelifters". Het is echter onduidelijk hoeveel dit er precies zijn, omdat demissionair klimaatminister Rob Jetten hier geen onderzoek naar heeft laten doen.
Onvoldoende inzicht in CO2-besparing
Een ander kritiekpunt van de Algemene Rekenkamer is het gebrek aan inzicht in de behaalde CO2-besparing dankzij de subsidie. Dit wordt door het kabinet niet bijgehouden. De Rekenkamer heeft daarom zelf berekend dat de warmtepompsubsidie minstens € 219,- per vermeden ton CO2 kost. Indien er veel meelifters zijn, kan dit bedrag zelfs oplopen tot boven de € 300,- per ton, wat hoger is dan het maximumbedrag dat het kabinet hanteert bij subsidies voor grootschalige duurzame energie.
Oproep tot gerichtere inzet van de warmtepompsubsidie
Barbara Joziasse, lid van de Algemene Rekenkamer, benadrukt dat hoewel de subsidie bijdraagt aan het behalen van klimaatdoelen, de regeling gerichter kan worden ingezet. De huidige subsidie komt vooral ten goede aan burgers met een sociaal-economische voorsprong. Minister Jetten reageerde op de bevindingen door aan te geven dat hij zal laten berekenen hoeveel CO2-uitstoot wordt bespaard met de subsidie en hoeveel meelifters er zijn. De warmtepompsubsidie loopt nog tot 2030.
Bron: Algemene Rekenkamer
Raoul Teeuwen
Ik hoorde ooit (en dat klonk mij wel logisch), dat je ‘voorlopers’ moet hebben die dingen (kunnen en willen) kopen om te zorgen dat productie op grotere schaal gaat gebeuren, er meer leveranciers de markt in stappen, en zo de prijzen omlaag gaan. Is het dan raar of erg als 1st relatief rijke mensen iets kopen, als de prijzen dan daardoor maar gaan dalen waardoor (of het nu warmtepompen betreft, of kunnen vliegen voor je vakantie, een eigen mobiele telefoon etc) het ook voor lagere inkomens beschikbaar komt? Vaak ook nog van betere kwaliteit omdat de kinderziektes er dan uit zijn? Kennelijk waren de (in dit geval warmtepompen) zo duur dat niemand ze kocht, via subsidie krijg je nu kopers (kennelijk nog steeds te duur voor mensen met lagere inkomens?), maar als dat op den duur leidt tot een betere marktwerking en lagere prijzen, dan is dat toch o.k.? Wat zou een betere manier zijn die ook in de praktijk werkt?