Nationale en Europese doelstellingen

Het nationale Energieakkoord uit 2013 had als doelstelling 16% hernieuwbare energie in 2023, wat dus is gehaald. Eind 2023 zijn op EU-niveau nieuwe doelstellingen voor 2030 afgesproken, waarbij minimaal 42,5% van het Europese energieverbruik hernieuwbaar moet zijn. Het effect hiervan op de Nederlandse doelstellingen is nog niet duidelijk.

Toename windenergie

Het verbruik van windenergie nam in 2023 met 25% toe naar 96 PJ, met 39 PJ geproduceerd door windmolens op zee en 57 PJ door windmolens op land. Deze toename komt door de installatie van nieuwe windmolens, met een capaciteitsstijging van 55% op zee tot bijna 4 gigawatt (GW) en 10% op land tot bijna 7 GW. Vooral in Flevoland, Noord-Brabant en Zeeland werden veel nieuwe molens geplaatst.

Groei van zonne-energie

Het verbruik van zonne-energie steeg met 17% naar 73 PJ door de plaatsing van nieuwe zonnepanelen. De totale opgestelde capaciteit van zonnepanelen groeide met 24% naar meer dan 24 GW. Ondanks dat 2023 een bovengemiddeld zonnig jaar was, was het minder zonnig dan 2022.

Afname biomassaverbruik

Biomassa blijft de grootste bron van "hernieuwbare energie", goed voor 106 PJ in 2023. Het verbruik van hernieuwbare energie uit biomassa daalde echter met ruim 3% vergeleken met het jaar ervoor, vooral door een afname van 31% in bijstook van biomassa in elektriciteitscentrales. Toch nam de hoeveelheid hernieuwbare energie uit biomassaketels voor elektriciteitsproductie bij bedrijven toe met 61%, doordat meer van de gebruikte biomassa voldeed aan de Europese duurzaamheidscriteria.

Warmtepompen en warmte-energie

Warmtepompen, die warmte uit de buitenlucht of bodem halen, droegen ook bij aan de groei van hernieuwbare energie. De hoeveelheid onttrokken warmte nam in 2023 met 26% toe tot bijna 26 PJ. Het totale verwarmingsvermogen van alle warmtepompen in Nederland was eind 2023 bijna 16 GW, een stijging van 22% ten opzichte van het jaar ervoor.

Aandeel hernieuwbare energie in Nederland en de EU

In 2022 was het aandeel hernieuwbare energie op EU-niveau 23%, terwijl dit in Nederland 15% was, lager dan het Europese gemiddelde. Slechts in Luxemburg, België, Malta en Ierland was het aandeel lager. Nederland heeft de afgelopen vijf jaar echter een sterkere groei gezien dan de meeste andere EU-landen. Zweden leidt met 66%, gevolgd door Finland met 48% en Letland met 43%.

Belangrijke mijlpaal op weg naar 2030

De stijging in Nederland naar 17% in 2023 is een belangrijke mijlpaal, vooral dankzij wind- en zonne-energie. Terwijl biomassa nog steeds een grote rol speelt, neemt het verbruik hiervan af. De nieuwe EU-doelstellingen voor 2030 zullen verdere stappen vereisen om het aandeel hernieuwbare energie te verhogen naar de doelstelling van 27%.

Meer over de energietransitie

Bron: CBS

  • Jouw feedback
  • 0   0

Geef een reactie