Windenergie is een onuitputtelijke, hernieuwbare energiebron. Nederland is als vlak land zéér geschikt voor opwekking van energie uit windkracht. In Nederland zijn zowel windparken op land als windparken op zee in gebruik. De Nederlandse overheid mikt dan ook vooral op windenergie als belangrijkste hernieuwbare bron. Voor het behalen van de klimaatdoelen in 2050 is windenergie uitermate belangrijk.
Wind op zee
Nederland heeft op dit moment 7 windparken op zee gerealiseerd, waarvan de grootste Borssele is met een vermogen van 1,5 GW. De andere gerealiseerde windparken zijn:
- Ten Noorden: Gemini (0,6 GW)
- Hollandse Kust Noord: Egmond aan Zee (0,1 GW) en Prinses Amalia (0,1 GW)
- Borssele: Ørsted (0,8 GW), Blauwwind (0,7 GW) en Two Towers (0,02 GW)
- Hollandse Kust Zuid: Luchterduinen (0,1 GW)
Niet elke windpark dat gerealiseerd is kan meteen in gebruik worden genomen, omdat deze ook nog gekoppeld moet worden aan het elektriciteitsnet. De verwachting is dat alle bovenstaande windparken in 2022 aan het elektriciteitsnet gekoppeld zijn.
Toekomstige windparken op zee
De komende jaren zet het kabinet vol in op windenergie op zee en capaciteit wordt dan ook flink uitgebouwd. Vanaf 2030 moet in de Noordzee en de Waddenzee in totaal 21 GW aan windenergie opgesteld staan. De grootste windparken zijn IJmuiden Ver en Nederwiek die beiden een vermogen van 6 GW krijgen. Vanaf 2030 is Wind op Zee goed voor zo’n 16 procent van het energieverbruik in Nederland en maar liefst 75 procent van ons huidige elektriciteitsverbruik.
Wind op land
Ook windenergie op land is belangrijk voor het behalen van de klimaatdoelen om Nederland in 2050 energieneutraal te maken. In het energieakkoord is afgesproken dat elke provincie zijn aandeel heeft in het behalen van het doel om 6 GW aan windenergie op land te realiseren. Op dit moment staat de teller op 5,3 GW. De meeste windenergie op land komt uit Flevoland waar een vermogen van 1,4 GW gerealiseerd is. De voortgang van wind op land wordt gehouden in de Monitor Wind op Land.