Onvoldoende maatregelen voor klimaatdoelen 2030

In een reflectie op het hoofdlijnenakkoord benadrukt het PBL dat de huidige maatregelen waarschijnlijk onvoldoende zullen zijn om de klimaatdoelen voor 2030 te behalen. Het hoofdlijnenakkoord bevat zowel maatregelen die de klimaatdoelen dichterbij brengen als maatregelen die juist tegenstrijdig zijn. Het PBL roept daarom op tot proactief en robuust beleid, gericht op zowel de korte als lange termijn.

Urgentie van snelle en ambitieuze uitwerking

Volgens de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van afgelopen najaar, lijkt het klimaatdoel voor 2030 – een CO₂-reductie van 55% ten opzichte van 1990 – binnen bereik te komen, maar dan moet alles meezitten, inclusief niet stuurbare factoren zoals het weer en elektriciteitsimport en -export. Ondanks de urgentie zijn de klimaatplannen echter niet snel en ambitieus genoeg uitgewerkt en geïmplementeerd, mede door de val van het kabinet. Dit heeft geleid tot vertragingen en het controversieel verklaren van bepaalde maatregelen zoals rekeningrijden, en het terugdraaien van aanpassingen in de energiebelasting.

Verschil tussen abstracte en concrete maatregelen volgens PBL

De reflectie van het PBL wijst op een verschil tussen abstracte en concrete maatregelen. Het hoofdlijnenakkoord bevat concrete maatregelen die het behalen van de doelen bemoeilijken, zoals aanpassingen van de energiebelasting en het schrappen van de verplichting om een (hybride) warmtepomp te installeren bij vervanging van een gasgestookte cv-ketel per 2026. Daartegenover staan abstractere beleidsmaatregelen zoals de mogelijke uitbreiding van de maatwerkaanpak voor de industrie en steun voor verduurzaming van woningen en bedrijfspanden.

Lange termijn strategie essentieel

Het PBL benadrukt dat naast aanvullend beleid voor 2030, ook rekening moet worden gehouden met de periode daarna. De transitie naar klimaatneutraliteit in 2050 vereist een lange termijn strategie van ongekende omvang. Deze strategie is essentieel voor investeerders en voor het garanderen van energieonafhankelijkheid en betaalbare energievoorziening, doelen die ook in het hoofdlijnenakkoord zijn genoemd.

Ontwikkeling van windenergie op de Noordzee

Een ander belangrijk aspect is de ontwikkeling van windenergie op de Noordzee. Het PBL stelt dat windturbines op zee de belangrijkste bron van elektriciteitsproductie zullen worden in Nederland. Om te voldoen aan de toekomstige elektriciteitsvraag zullen duizenden windmolens nodig zijn, wat vraagt om langjarig stabiel beleid en duidelijke regie op ruimtelijke ordening.

Noodzaak van internationale samenwerking

Tot slot wijst het PBL op de noodzaak van internationale samenwerking in de strijd tegen klimaatverandering. Nederland moet een betrouwbare partner blijven op het internationale toneel, ook met een beperkter budget. Dit krijgt echter nog onvoldoende aandacht in het hoofdlijnenakkoord. Het PBL onderstreept dat klimaatverandering een grensoverschrijdend probleem is, en dat effectieve samenwerking cruciaal is voor het beschermen van laaggelegen landen zoals Nederland tegen de gevolgen van stijgende zeespiegels.

PBL: Reflectie hoofdlijnenakkoord (2024)

  • Jouw feedback
  • 0   0

Geef een reactie